On a

On a

Globalisme vs. nationalisme: de zoektocht naar gedeelde waarden



In de aanloop naar de verkiezingen leken we verdeelder dan ooit. Gevestigde partijen versus populistische partijen, de obsessie met identiteit en 'de eigen cultuur', rechtse partijen, die het fundament voor globalisering hebben gelegd, die een ommezwaai naar nationalistisch gedachtengoed maakten en de impasse rondom migratie. Waar komen die tegenstellingen vandaan? Roxane van Iperen zette in zes stappen op een rij hoe we hier zijn aangeland, en waar nu de brug naar gedeelde waarden ligt.  
In deze laatste maanden voor de verkiezingen heb ik het idee in een parallel universum te zijn beland, dat niets meer te maken heeft met de echte wereld. Het doet me denken aan die keer dat ik me — vraag me niet waarom — in een ondergronds speelpark middenin Amsterdam bevond, genaamd TunFun.
Terwijl de wereld boven onze hoofden door raasde, aanschouwde ik met open mond een microkosmos in de catacomben van de stad, waar ouders zich als in een dierentuin naar soort hadden gegroepeerd. Op links de kakkers, met panini’s voor de kinderen en cappuccino voor de moeders. Verderop de crea’s en zzp’ers, met zelf meegenomen druiven in bakjes, relatief veel vaders en paarstinten. Achterin een groepje geruisloze moslima’s met genoeg etenswaar om de dag door te komen, en pontificaal in het midden de Hollandse no-nonsense moeders, kort kapsel en Gaastra-jas, die zonder een millimeter van hun plaats te komen hun kroost dertig meter verderop corrigeerden. In deze bunker functioneerde men compleet langs elkaar heen, in een kakofonie van kinderstemmen, en aan het einde van de dag ging de hele meute door dezelfde deur naar boven, terug naar de echte wereld.
Het huidige publieke en politieke debat lijkt zich in een dergelijk parallel universum af te spelen — alleen is er bijna geen ontsnappen mogelijk. Overal staan mensen hun eigen achterban toe te spreken; Tunahan Kuzu staat in een luchtkasteel te oreren met zijn gehoor gedwee op stoeltjes om zich heen, Jesse Klaver springt onder luid gejuich op de maat van housemuziek op een trampoline, Sybrand Buma leert kleuters het Wilhelmus en Mark Rutte deelt met brede glimlach paaseieren uit.
Barbara Baarsma tekent grafieken en Geert Wilders zit in de knutselhoek te photoshoppen
Barbara Baarsma tekent grafieken en roept: ‘Jongens, kijk nou eens naar wat er wél goed gaat!’ terwijl Geert Wilders in de knutselhoek zit te photoshoppen. De pers staat er veel te dicht bovenop en doet letterlijk verslag van de trampoline, het luchtkasteel, de paaseieren en het knutselwerk, terwijl een toenemend aantal mensen met open mond toekijkt en zich afvraagt: waar is hier de nooduitgang? Het lijkt mij zinvol even het putdeksel op die ondergrondse ruimte met pers en politici te doen, een grote stap terug te nemen en te kijken wat er in de wereld is gebeurd waardoor wij hier zijn aangeland.




Oekraïne, Brexit, Trump: de elite leert het ook nooit



De enorme verbazing over de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten is misplaatst, schrijft Roxane van Iperen. De aanhangers van populistische politici zijn namelijk niet gek. Sterker nog: ze hebben in de kern gelijk. Zij zijn het slachtoffer van een sociaal-economische tweedeling die de maatschappelijke elite niet wenst te zien.
Het werd woensdag 9 november 2016 en opeens was Donald Trump het nieuwe, smakeloze boegbeeld van de westerse samenleving. De schok die we in de (sociale) media zagen was zo gigantisch, dat je je afvroeg waar die 60 miljoen Trump-stemmers in ’s hemelsnaam vandaan waren gekomen — een treurig bewijs van het afnemende bestaansrecht van de commerciële spreekbuizen en de normalisering van ons digitale bubbelbestaan. Ook ik was verbaasd: hoe hadden zo velen hun steun kunnen uitspreken voor iemand die racisme, pestgedrag, vrouwenonderdrukking en de terugkeer naar een systeem van isolationisme en survival of the fittest voorstaat? Maar naarmate de dagen vorderden en mijn scherm vol stroomde met ontstelde, boze, teleurgestelde, huilende en fatalistische berichten, groeide mijn weerzin. Niet jegens de Trump-stemmers, maar jegens al die moraalridders — onder wie ikzelf — die met afgrijzen constateerden dat hun opvoedkundige inspanningen geen effect hadden gesorteerd. Die domme ‘kinderen’ bleken niets te hebben begrepen van onze jarenlange uitleg over hoe het leven, de wereld en de beschaving nu werkelijk in elkaar zitten, en hadden nu eigenhandig het Armageddon afgekondigd. De ironie wil namelijk dat mensen juist op Trump hebben gestemd omdat ze terugverlangen naar een leider die vaart op een innerlijk moreel kompas — zelfs als dat een verwerpelijk moreel kompas is. De pretentie van morele superioriteit van de groep die zijn eigen moraal totaal verkwanseld heeft, is de brandstof voor zijn zege geweest.

Lees hier verder.


Cultuurrelativisme (lees: wegkijken) is exportmiddel nr. 1




Politici die oproepen tot standvastigheid voor onze waarden en normen, zouden daar eens aan moeten denken als ze op wereldniveau zaken doen met onderdrukkers, schrijft Roxane van Iperen. „Stop met navelstaren op de boerkini.”

Wie had ooit gedacht dat het uiteindelijk een handjevol vrouwen in boerkini zou zijn, dat het westerse model in zijn hemdje zet. Sluit deuren en ramen, grijp rieken en vorken, want het moslimvolk wil onze dochters in lakens vangen. Of, zoals minister Schippers haar zorgen voor de toekomst in de Schoo-lezing verwoordde: „Die zorgen gaan over de vrijheid die mijn dochter zal hebben om haar eigen keuzes te kunnen maken. Om haar eigen identiteit te kunnen bepalen. […] Hoe zij zich wil kleden.” 
In onze houding tegenover de rest van de wereld streven we naar ‘realistisch buitenlandbeleid’ door samenwerking met onderdrukkers, zoals Schippers’ collega Halbe Zijlstra in Liberaal Reveil benadrukt, waarbij relativisme blijkbaar opportuun is, maar binnen de muren moeten we opeens staan voor elementaire waarden. 
Lees hier verder.

Amsterdam: de ander


Het Parool vroeg mij waarin mijn liefde voor de stad zit. Mijn antwoord: in de ander. 


Ik wantrouw mensen die hun omgeving niet wantrouwen. Zij die zich vol overgave laten vallen in een bad van herkenning, vertrouwend op de zachte landing die volgt als je je omringt met mensen zoals jijzelf. De kraker in zijn bolwerk, de corpsbal in zijn sociëteit, de gelovige in zijn tempel. Het leven als een eindeloze trip in een spiegelpaleis: als jij lacht, lachen duizenden gezichten hysterisch terug, wanneer jij huilt breekt de hemel voor je open. Een bewustzijn beperkt tot de bevestiging van het zelf, in ruil voor valse vertroosting.

Lees hier verder. 


Who do you think you are?

In the age of self-actualisation, are we becoming more average than ever?



In an age centered around finding our true and autonomous selves, technology provided us with a mindblowing set of instruments to facilitate the journey. The computer has extended our identity, freed from physical boundaries, allowing us to become our most sovereign selves, in a world sculpted at our sole discretion. But are we really in control? Do I own my computer, or does my computer actually own me?
Who do you think you are? Is that not the main question in this day and age? Not: what am I capable of, or: what do I want to achieve in life, what is my contribution to the group, but: who am I? Am I Dutch or European? Am I a Muslim, a Christian or an atheist? Am I Microsoft or Apple, a native or an immigrant, am I gay, straight or bisexual? Am I a fit, consciously eating, yoga-happy person working for a start-up, or a meat-indulging office clerk with a dad-bod? What is my identity in a world where nearly all boundaries, physical and virtual, have been stripped away, and so many things that used to be a given, are now open for interpretation? In this age shaped by the mantra: ‘there are no limits to who you can be,’ the belief in self-actualization is near absolute, and finding your authentic and autonomous self is the journey we embark on.

This article is an edited version of a speech the author gave at the International Technology Festival Border Sessions http://www.bordersessions.org/speaker/roxane-van-iperen/

Lees hier verder voor gehele tekst 


De vrijheid van meningsuiting in een 'personality' samenleving



Het zijn spannende tijden. Een presentatrice die wil verbinden sluit zich aan bij een politieke partij die de Armeense genocide niet erkent, een Nederlands staatsburger wordt in Turkije gearresteerd wegens beledigende tweets, een actrice maakt een documentaire over kinderloosheid en de nieuwe columnist van het AD wijdt haar eerste column aan haar hoofddoek. Onderwerpen waaruit mooie, nodige debatten hadden kunnen ontstaan, maar die verzandden in een oeverloze discussie over de verwensingen die deze personen over zich heen kregen, samen te vatten in dé mantra van deze tijd: “de vrijheid van meningsuiting betekent niet de vrijheid te beledigen”. Ook CDA-leider Buma en Frans Timmermans sprongen in de emmer kwakende kikkers, de laatste met een wollig stuk in de Volkskrant 3 juni jl. over de verweesde, herzuilende samenleving en een oproep tot ‘dialoog met respect voor elkaars gevoeligheden’ – hetgeen eigenlijk op dezelfde mantra neerkomt.

De vrijheid van meningsuiting almaar degraderen tot ‘een vrijbrief om te kwetsen’ blokkeert iedere vooruitgang. Denken we nu werkelijk dat een van de belangrijkste pilaren onder de democratische rechtsstaat is ontworpen om mensen aan het huilen te maken? Of, zoals ik ergens las: dat het hetzelfde is als pesten op het schoolplein? Dat is net zo onzinnig als zeggen dat persvrijheid is bedacht zodat de Privé kan bestaan. Het tekent het gebrek aan kennis van de mensen die het op dat niveau benaderen; niet het falen van het concept vrijheid van meningsuiting.


Per definitie is dit recht bedoeld voor jou onwelgevallige, ‘onbeschaafde’ standpunten. Maar het is gericht op het tot stand komen en behouden van een ideeënsamenleving, niet het beschermen van een ‘personality’ samenleving. Het borgt de mogelijkheid dogma’s, ideologieën en levensvisies uit te dragen en te betwisten, op ieder mogelijk niveau. Zoals filosoof John Stuart Miller ooit zei: ‘de grootste vrijheid moet bestaan om elke doctrine te belijden en bespreken, hoe immoreel deze ook wordt geacht.’
 
 Waar de crux van de verwarring ligt, is dat wij steeds minder een ideeënsamenleving, en steeds meer een personality samenleving zijn geworden. Persoonlijke opmerkingen over uiterlijk, cultuur of seksuele voorkeur zijn van alle tijden en de verering van individuen ook, maar in het publieke debat disputeerde men elkaars denkbeelden. Sinds halverwege vorige eeuw is de lijn tussen wie je bent, en wat je denkt of doet steeds dunner geworden. Inmiddels bestaat er bijna géén onderscheid meer tussen publiek en privé, gewone en buitengewone mensen, mening en feit, persoon en visie. Zelfs in zoverre dat deze 'personalities’ - als samentrekking van persoonlijkheid en celebrity-, tegenwoordig de rol hebben ons te helpen betekenis aan het leven te geven: hoe we ons bestaan kunnen vormgeven, welk standpunt we innemen over een kwestie, hoe we ontwikkelingen moeten begrijpen. In 1995 richtte John F. Kennedy Jr., zelf de vleesgeworden fusie van politiek en celebrity, het blad George op. Hierin stond een interview met Madonna ‘Als ik President was’, zij aan zij met een vraaggesprek met een gouverneur. Trek die lijn twintig jaar door en opeens begrijp je waarom Angelina Jolie gastprofessor aan LSE wordt, het standpunt van Bruce Springsteen over genderidentiteit nieuwswaarde heeft en het boek van voormalig soapie Fayah Lourens over haar ‘killerbody’ de Bestseller Top 10 aanvoert.

In een samenleving die steeds meer leunt op personalities in plaats van ideeën, is het niet vreemd dat ook de aanval zich steeds meer richt op de mens in plaats van op de ideologie - die in sommige gevallen niet eens meer aanwezig is. Vroeger bleef de vuiligheid tussen de muren van de sportkantine, nu richt je een Facebookpagina op en sta je een dag later in de NRC. Maar iedere keer als we op de ‘toon van het debat’ blijven hangen, zoals nu zelfs politici doen, verliest de inhoud. Zoals een zinnig debat over religie in de publieke ruimte, kinderloosheid of het gevaar van cultuurrelativisme om een migratiedeal te beschermen. 

Onze samenleving is gebouwd op denkbeelden als stutpalen. Daartegen moet door iedereen geschopt en geduwd kunnen worden, zonder dat de vorm wordt bepaald door de moraalridder van dienst. Een samenleving die sust en geruststelt, in plaats van prikkelt en ontregelt, geeft eraan toe dat ons leven niet langer wordt vormgegeven door ideeën, maar door personalities.

Schuim der Aarde
















In 2016 verscheen mijn debuutroman, Schuim der Aarde, bij Uitgeverij Lebowski. Hart en ziel heb ik erin gestopt; ik hoop dat de lezer even uit zijn eigen wereld wordt gehaald met dit boek.  

Het boek is te koop bij de boekhandel of online (bijvoorbeeld BrunaPaagmanBol e.a.). Je mag 'm natuurlijk ook bij mij bestellen, dan schrijf ik er voor jou of voor je geliefde / oom / baas een persoonlijke boodschap in. 

Voor meer informatie, het aanvragen van recensie-exemplaren, interviews, beeldmateriaal of speciale acties kun je contact opnemen met Elaine Oey (elaine.oey@overamstel.com) of met mij (roxane@depleitschrijver.nl). Voor lezingen of boekenclubs: stuur me een mailtje.  


    Dank aan iedereen die me heeft gesteund op deze weg. Laat me vooral weten wat je 
    vindt als je het boek hebt gelezen. De dood of de gladiolen! 

De eerste recensies zijn binnen! Een greep:





Schuim der Aarde op de lijst 'Beste 19 boeken van 2016'! "Blikken we normaal vooruit, vandaag kijken we terug op 2016. Welke boeken waren niet te missen het afgelopen jaar? En welke titels klommen naar eenzame hoogten in de lijsten op Hebban? De redactie stelde een lijst samen van titels die buitengewoon goed ontvangen werden, binnen en buiten jouw favoriete lezerscommunity. Hebban presenteert: de 19 van 2016! 
Maandelijks verschijnen vele tientallen nieuwe boeken. De redactie van Hebban selecteert aan het eind van elke maand de boeken waarvan je móét weten dat ze eraan komen. De kersen op de boekentaart, zeg maar. In december een speciale editie van 'De negentien van', namelijk een jaaroverzicht van negentien boeken die je niet gemist mag of kan hebben dit jaar."  



Tip van de boekhandel: 'Het is waar wat er over dit boek geschreven wordt: het is hard, erg hard. Maar tegelijkertijd veel meer dan dat. In prachtige zinnen die vaak poëtisch aandoen vind je thema's als liefde, hoop en vriendschap ruimschoots terug. U kent ze wel: die boeken die je 20 jaar geleden gelezen hebt en die een sfeer ademen die je niet vergeten bent. Ik weet op voorhand: voor mij is dit zo'n boek.' 



Getipt in Trouw: ‘Wie na de Olympische Spelen nog een blik wil werpen op het andere Brazilië, leze de debuutroman van jurist Roxane van Iperen’


Getipt in Vogue: 'Een indrukwekkende, rauwe roman over overleven.'



Recensie in Volkskrant: ‘Een goed gecomponeerd en sterk geëngageerd verhaal. 't Is onguur en huiveringwekkend en getoonzet in het zwartste zwart. Niet per se iets om gelukkig van te worden, wel schrijnend wijzer’

De grootste lezerscommunity van Nederland en Vlaanderen organiseerde een boekenclub. De deelnemers beoordeelden Schuim der Aarde met een gemiddelde score van 5 ***** (de maximale score)! Daarmee staat het voor 2016 op nummer 1 van alle boekenclubs. 


Getipt in Opzij: 'Als je je leven lang als een beest wordt behandeld, word je er dan op den duur een? Schuim der Aarde is een beklemmend en gruwelijk verhaal over ongelijkheid en moraliteit dat getuigt van een bewonderenswaardig inlevingsvermogen.’