De drie meest gebruikte frames in het migratiedebat ontzenuwd
(Illustratie door Ruben Oppenheimer)
Minstens
elfhonderd mensen verdronken afgelopen week in de Middellandse zee. Om u een
idee te geven: dat zijn zevenendertig klaslokalen vol naamloze individuen die
op de zeebodem zijn gekiept. De reacties kunnen worden gesplitst in twee
groepen: de mensen die ach en wee roepen en worden weggezet als emotioneel
(“wil je ze dan allemaal hierheen halen?”), en degenen die hun kop erbij houden
en wijzen naar de – letterlijke - vloedgolf aan immigranten die ons te wachten
staat, het falende Europese asielbeleid en de aanzuigende werking ervan. Deze
twee standpunten komen tot uiting in de huidige ‘Bedbadbrood’-crisis tussen
PvdA en VVD. Zeker in dit soort complexe situaties is het belangrijk
beslissingen te nemen op rationele gronden en hiervoor draagvlak te vinden bij
de bevolking. Precies daar gaat het mis. Want de argumentatie zoals die nu wordt
uitgespeeld rammelt aan alle kanten en veroorzaakt een publieke opinie die, ten
onrechte, als weldoordacht wordt beschouwd.
Ten
eerste het falende Europese beleid, dat als argument wordt genoemd voor strenger
nationaal beleid. Als de Europese Commissie zijn verantwoordelijkheid niet
neemt met de vluchtelingenstromen, rest Nederland slechts de optie de grenzen
te sluiten, zo hoorden we uit de mond van onder meer Zijlstra en Teeven. De
opmerkingen passen bij een bredere trend van verzet tegen supranationale
zeggenschap en terugtrekkende bewegingen
naar nationale besluitvorming. De Britse minister van
Justitie Grayling dreigde het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens op
te zeggen zodat het laatste woord weer bij het Supreme Court ligt in plaats van
bij het Hof van Straatsburg, Italië schendt de Dublin Verordening door asielzoekers
ongeregistreerd de EU in te laten reizen, waarin Frankrijk een legitimatie
vindt het Schengenakkoord te negeren en vrije doorgang van deze mensen te blokkeren.
Europa heeft wel degelijk geprobeerd een geharmoniseerd asielbeleid op te
stellen, met een verdeelsleutel, één asielprocedure en -status, juist om het bovenstaande
te voorkomen. ‘De buitengrens is van ons allemaal,’ was het krachtige standpunt
van destijds Europarlementarier Jeanine Hennis. Maar na vijf jaar onderhandelen
bevatte het Gemeenschappelijke Europese Asiel Stelsel (GEAS, 2013) geen échte
harmonisatie of een verdeelsleutel, omdat de noordelijke lidstaten dat hebben
tegengehouden. Het behelst slechts een aantal minimumnormen en faciliteert een
restrictief, nationaal beleid. Dat Teeven nu Brussel de schuld geeft van een
falend asielbeleid, terwijl Nederland zelf heeft gelobbyd voor zo min mogelijk
verplichtingen, slaat kant noch wal.
Het
tweede argument betreft de vloedgolf aan asielzoekers die ons treft. Als je de
tv aanzet of de krant openslaat, krijg je de indruk dat half Syrië en Afrika naar
ons onderweg is. Het noemen van cijfers zonder context creëert dat gevoel.
Veelgehoord credo over de Syrische problematiek is ‘opvang in de regio’. Er
zijn 3,8 miljoen Syriërs buiten hun landgrenzen gevlucht. Daarvan vroegen er in
2014 119.000 asiel aan in de EU; 11.500 in Nederland. Dat is 0,3% van het
totaal. Een perfecter voorbeeld van opvang in de regio dan ons huidige beleid,
is schier onmogelijk. In mei 2014 verkondigde Teeven dat het aantal Eritreers
dat naar ons land komt is verviervoudigd en mede hierdoor het vluchtelingentotaal
voor dat jaar zal uitkomen op 65.000. Hij baseert dit op één periode waarin een
stijging te zien is. De cijfers worden dezelfde avond klakkeloos in het NOS
journaal overgenomen. We zijn een jaar verder en het totaal aantal asielzoekers
voor 2014 kwam uit op 27.000, waarvan 4.000 uit Eritrea. In perspectief: de
jaren ‘90 kende een gemiddelde van 37.000 aanvragen per jaar, met een
uitschieter naar 50.000 in 1994.
Als
laatste de aanzuigende werking van ons asielbeleid. Dit veelgehoorde argument
gaat uit van de ouderwetse, neoklassieke theorie dat migratie te stoppen is
door iets aan de ‘push’ en ‘pull’ factoren te doen. Het beleid van de
Nederlandse regering is erop gericht de aanzuigende pullfactoren te
verminderen, door bijvoorbeeld verscherpt visumbeleid en minimale opvang, met
als redenering dat de migrant een kosten-batenanalyse maakt die hem ervan
weerhoudt te vertrekken. Onderzoek heeft allang aangetoond dat dit beleid niet
effectief is en vooral de publieke opinie dient. De motieven van migratie zijn
complexer en onlosmakelijk verbonden met veel bredere verschuivingen op het
gebied van globalisering en economische ontwikkeling.
Als er
gruwelijke dingen gebeuren, is het – naast het tonen van medeleven - inderdaad
zaak ons hoofd erbij te houden om erger te voorkomen. Maar te doen alsof er nu
sprake is van een rationeel debat, is een farce. Er heerst slechts angst. En
waarvoor?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten