On a

On a

De prijs van het voorkomen - een Kerstverhaal


 Zijn hele leven had hij keihard gewerkt. Als directeur van een grote farmaceut was hij verantwoordelijk voor vele overnames, prachtige R&D projecten met laag marktrisico en hoog rendement, winstmarges van 20% tot wel 40%: op zijn afscheidsborrel niets dan lovende woorden. ‘Mr. Patent’ was zijn geuzennaam – de betekenis van het woord was onder zijn bewind 180 graden gedraaid, van een innovatie bevorderend naar een monopolie bevorderend instrument. Later kwam daar nog ‘Meneertje Iustum Pretium’ bij: in de discussie over de ‘juiste prijs’ voor een medicijn, verlegde hij de balans in de industrie steeds verder van reële kosten naar waarde. In tijden van hongersnood verkoop je een brood toch ook niet tegen kostprijs? Voor het redden van mensenlevens of het voorkomen van leed was geen prijs te hoog. Value-based Pricing; als een likeurtje bij de koffie liet hij het door zijn mond gaan. Oncologen en andere artsen spraken er schande van, maar die wisten net zo weinig van winstmaximalisatie als hij van de Eed van Hippocrates.


Don't shoot the consumer


Het was direct een veel gedeeld artikel op internet: ‘Dump de dumpwinkel Primark: het nieuwe goedkoop slaat de bodem uit onze economie’, van Jonathan Holslag in De Morgen. De Vlaamse doemprofessor noemt hierin een cadeau van Primark ‘een vergiftigd geschenk, waarmee u welvaart en waardigheid in gevaar brengt’. Nu doet zo’n stuk het al snel goed, want wat is leuker dan besmuikt lachen om het onderontwikkelde deel van de bevolking dat in de bakken bij Primark graait? Lachen om musicals misschien. Holslag:
‘Ook de stakkers van onze samenleving zouden moeten inzien dat er iets niet in de haak is met de dumpketens, kritischer te consumeren en hun overheden aansporen tot actie. Het is te gemakkelijk om een petitie te tekenen tegen een groot merk nadat er weer eens een fabriek in Bangladesh is afgebrand om vervolgens meteen weer het karretje te vullen met spullen uit datzelfde soort fabrieken.’
Holslag doet hier wat tegenwoordig bon ton is: hij maakt de consument verantwoordelijk voor de onethische handelwijze van ondernemingen. Die redenering klopt niet en draagt bij aan het in stand blijven van diezelfde handelwijze. Bovendien: de pijlen richten op consumenten van ‘dumpwinkels’ is nu juist te gemakkelijk.